‘In Huishoudboekje van de verborgen dingen zet Van der Graaff het project voort dat hij in Nederland in stukken begon. De collagevorm van die laatste bundel is weer gestold in een soort stotterende occulte zang, opgeknipt in de fantastische gedichten van het Huishoudboekje. Alle taal van Nederland, van het gladde D66-suburbane tot de diepe historische misdaden, tot Tata Steel zelf zingen door Van der Graaff. Het domestieke en het wereldse besmetten elkaar en die wederzijdse ziekte heet poëzie.’
‘Door de bundel heen staat onderaan de pagina een gesprek met Tata Steel over verdriet en vervuiling. De teksten zijn afwisselend afkomstig van de dichter en van AI. Het levert een vervreemdende en poëtische samenzang op, maar ergens in deze ordening van de dichter krijgen de raadselachtige zinnen hun eigen betekenis. Van der Graaff betuigt zich een dichter door wie je je steeds opnieuw kunt laten verrassen.’